5.4 Zingeving en religie
De tijd van verplichte kerkgang is voorbij. Maar bij ’s Heeren Loo is veel aandacht voor zingeving. Zeker bij ingrijpende gebeurtenissen zoals overlijden.
De zorg aan mensen met een verstandelijke beperking ontstond in de negentiende eeuw vanuit kerkelijke tradities. Kerk- en kloostergemeenschappen hadden alle ruimte om zelfstandig voorzieningen op te zetten. Protestanten handelden veelal vanuit plichtsbesef. Katholieken vooral vanuit liefdadigheid. Door ontzuiling, ontkerkelijking en de komst van mensen uit andere culturen, staan kerk en zorg tegenwoordig los van elkaar. Bij 's Heeren Loo is nu ruimte voor alle religies en levensovertuigingen. De aandacht is verschoven van religie naar zingeving
Kerk en zorg
Op de verschillende locaties van 's Heeren Loo was het dagelijks leven lange tijd vervlochten met religie. Vanuit christelijke barmhartigheid boden de instellingen ruimte aan gelovigen van alle gezindten. Bewoners gingen op zondag verplicht naar de kerk en voor iedere maaltijd werd gebeden of voorgelezen uit de bijbel. Godsdienstonderwijs was een belangrijk onderdeel op school. En de begeleiders hadden een actieve rol in de religieuze opvoeding. Vanaf de jaren zeventig werd het allemaal wat losser. Er kwam ook ruimte en aandacht voor cliënten met niet-westerse religies.
Geestelijke verzorging
Geestelijk verzorgers helpen cliënten hun weg te vinden naar een kerk, moskee of ander geloofsinstituut. Ook verzorgen ze soms zelf kerkdiensten of themabijeenkomsten over levensbeschouwelijke onderwerpen. In moeilijke periodes en crises kunnen geestelijk verzorgers cliënten en de mensen om hen heen ondersteunen bij het zoeken of vinden van zingeving. Geestelijk verzorgers kunnen cliënten helpen om op spirituele basis richting te geven aan hun leven. Ook kunnen ze cliënten bijstaan bij het sterven.
Protestantse wortels
De gereformeerde predikant Dr. Mr. Willem van den Bergh (1850-1890) heeft in belangrijke mate bijgedragen aan de kerkelijke zorg voor armen en zieken, waaronder ook mensen met een verstandelijke beperking. Hij was erg betrokken bij het lot van deze kinderen en hun ouders. Hij is de grondlegger van de in 1890 opgerichte Vereeniging tot opvoeding en verpleging van idioten en achterlijke kinderen. Protestantse tradities en gebruiken bepaalden nog tot in de jaren tachtig van de vorige eeuw de dagelijkse routine binnen 's Heeren Loo.
Rooms-katholieke wortels
De rooms-katholieke zorg kreeg in Nederland vorm vanuit kloostergemeenschappen. Eén daarvan is de congregatie Filles de la Sagesse, bestaande uit eind negentiende eeuw uit Frankrijk verdreven zusters. Religieuzen werden in Frankrijk gezien als vijand, omdat onderwijs en vorming goeddeels in hun handen lag. In 1882 openden de Franse zusters in Limburg een meisjesschool. In 1907 startten ze op landgoed Boldershof in Druten met 'de verzorging en het onderwijs van jonge idiote of achterlijke meisjes'. Boldershof was overwegend katholiek. Soms werden ook protestantse en joodse meisjes opgenomen.
Liefdesgestichten
Pionier in de katholieke zorg aan mensen met een verstandelijke beperking was priester Petrus Joseph Savelberg (1827-1907). Hij zag als kapelaan de armoede en ellende bij grote delen van de bevolking van dichtbij. Hij richtte tussen 1872 en 1875 twee kloostergemeenschappen op: de kleine Zusters en de Broeders van de Heilige Joseph. Deze verleenden hulp in de liefdesgestichten St. Anna en St. Joseph in Heel (Limburg). St. Anna en St. Joseph vallen tegenwoordig onder de Koraal Groep.
Geestelijke verzorging
Jaqueline Bakker, geestelijk verzorger in Monster, vertelt over haar werk.
Leven en dood
Leven en dood lagen in de beginjaren van de zorg aan mensen met een verstandelijke beperking dichtbij elkaar. Mensen werden niet oud. De levensomstandigheden waren slechter en er waren nauwelijks medicijnen en hulpmiddelen. Ook ontbrak het vaak aan kennis over complexe aandoeningen. Door de hogere levensstandaard worden mensen tegenwoordig veel ouder. Op alle locaties van 's Heeren Loo wonen tegenwoordig cliënten van negentig jaar of ouder. (Foto: brochure uit 1948 met de prijzen van doodskisten)
Begraven en cremeren
Vroeger had iedere instelling een eigen begraafplaats op het terrein. Een in 1895 gekocht stukje land aan de Zeeweg in Ermelo werd de eerste officiële begraafplaats. Vanaf de jaren zeventig ontstond ruimte voor een persoonlijke invulling van het afscheid nemen. In Monster is sinds 2005 naast de Westerkerk een tuin om overledenen te gedenken. In de tuin kan een gedenkkastje gevuld worden. In de tuin kan ook de as worden uitgestrooid van cliënten die gecremeerd zijn. Ook is er stromend water. Als laatste gebaar bij een afscheid wordt een steentje met de naam van de overledene in het stromende water gelegd.
Begraafplaats Ermelo
Vroeger hadden inrichtingen vaak een eigen begraafplaats op het instellingsterrein. Bron ingesproken tekst: Gert Hofsink, Welk een rustig plekje, begraafplaatsen in Ermelo, Ermelo 2005.
Persoonlijke verhalen
"Hennie is in de hemel en dus gelukkig" Carolina Rovers vertelt over oudejaarsnacht 1995: "Omstreeks 20.00 uur werd ik thuis gebeld door een collega die een minder prettige mededeling had. In feite wist je dan al genoeg.... Mijn collega vertelde dat een client was gestikt in een oliebol en aan de gevolgen daarvan was ze overleden. Omdat ik die nacht moest werken zag ik er een beetje tegenop. Zin om echt feest te vieren had ik niet, maar de bewoners hadden toch recht op een gezellige avond, vooral omdat in de Kerstnacht ook al iemand overleden was." "Tot mijn grote verbazing hing er geen bedrukte stemming toen ik om 23.00 uur het paviljoen binnenkwam. Er hing een ingetogen sfeer, maar ondanks alles was het toch gezellig. Een van de dames Gretha kwam even bij me zitten. "Carolina, je hoeft niet verdrietig te zijn hoor" sprak ze tegen me. " Hennie was doof. Ze kan nu weer horen. Ze was blind. Ze kan nu weer zien. Hennie kon niet zo goed denken. Ze kan nu weer goed denken. En...ze is nu in de hemel, en dus gelukkig!"
Dierbare momenten van Linda Keuken "In de 17 jaar dat ik nu voor 's Heeren Loo (voorheen Boldershof) werk, blijven de mooie afscheidsmomenten van overleden cliënten mij het meest bij. Ze werden thuis opgebaard op hun eigen slaapkamer, zodat andere cliënten en medewerkers op hun manier en tijdstip afscheid konden nemen. Ook de diensten met dominee of pastoor waren waardevol. Afsluiten met cliënten, het team en familie is bijzonder en emotioneel, maar ook mooi." "Het afscheid van een vrouwelijke cliënt met het syndroom van Down zal ik nooit vergeten. Toen zij plotseling overleed, vertelde een van haar zussen dat het goed was zo. Het zou niets voor haar zijn om in een rolstoel terecht te komen en afhankelijk te worden. Bij de dienst en de crematie had iedereen een rol, zowel familieleden, cliënten als begeleiders: van kaarsjes aansteken tot een gedicht voordragen. De enorme betrokkenheid van familie en de verhalen over vroeger van de familie vond ik mooi. Het was een mooi en waardig afscheid, dat precies bij de cliënt paste."
Afscheid van een begeleider
Katinka Kramer vertelt: "Voor mijn collega Frank was zijn werk, zijn leven. Hij overleed veel te vroeg. Omdat het leven van Frank zo verbonden was met het leven op Het Westerhonk, werd de rouwdienst in de Instuif gedaan. Dat was heel vreemd voor de bewoners, want in de Instuif waren alleen rouwdiensten voor bewoners, toch niet voor personeel?"
"Ik ging met bewoner Gijs naar de rouwdienst. Eenmaal thuis hadden zijn medebewoners een prangende vraag: wat voor kleur had de kist. De vraag geeft aan hoe eerlijk en echt en soms heerlijk zonder enige schaamte, hoe gewoon ‘onaangepast’ bewoners soms kunnen zijn. Ik geef deze oprechte vraag vaak als voorbeeld aan mensen die gehandicapten ‘zielig’ vinden en het werk ‘een roeping’."
Gedenkplek Boldershof Druten
Verdergaan na een verlies valt vaak zwaar. Op verzoek van de cliëntenraad van De Boldershof in Druten heeft kunstenaar Cor Litjens in 2017 een gedenkplek en monument ontworpen. Hier kunnen cliënten een dierbare overleden medebewoner, familielid of vriend herdenken. In hun eigen tijd en op hun eigen wijze halen zij herinneringen op en verwerken zij zo hun verdriet. Vaak bijgestaan door verwanten en begeleiders. Het kunstwerk is mede gefinancierd vanuit een nalatenschap.
Protestantse gebruiken
Bijna honderd jaar was ´s Heeren Loo een gedegen gereformeerde instelling. In de jaren tachtig werd door personeelskrapte de eis losgelaten dat nieuwe medewerkers lid moesten zijn van een kerkgenootschap. Tegenwoordig ondersteunen pastors en geestelijk verzorgers cliënten naar wens bij zingeving en spiritualiteit, meer dan alleen religie. De geloofs- en levensovertuiging van de cliënt zelf vormt de rotsvaste basis voor het werk van de geestelijk verzorger.
Bijbelclub en zangkoren
In de beginjaren gaven de verpleegsters catechisatie aan de 'jongens en meisjes van grootzaal'. Er ontstonden Bijbelclubs. Later ging het pastoraat voor mensen met (zeer) ernstige verstandelijke beperkingen bijeenkomsten in de woningen zelf organiseren. Tijdens deze bijeenkomsten zijn er steeds terugkerende liederen en rituelen. Het aantal Bijbelclubs is afgenomen. Dat geldt ook voor het aantal zangkoortjes. Vroeger had elke locatie één of meer zangkoren. Nu zijn dat er nog enkele op de hoofdlocaties. Daarbij is overigens het kunnen zingen geen vereiste. Plezier in het zingen is veel belangrijker.
Kerk ging met de tijd mee
Lange tijd waren er reguliere diensten in de gereformeerde Opstandingskerk van 's Heeren Loo in Ermelo. Dat veranderde begin jaren 70 met de komst van ds. Piet Vreugdenhil. Hij zorgde voor kortere en eenvoudigere diensten. Hij liet de kerk verbouwen zodat cliënten dichterbij konden komen. Hij vond ook dat cliënten recht hadden op een volwaardig kerklidmaatschap. Dankzij inzet van ds. Piet Vreugdenhil deden de eerste cliënten op 26 oktober 1975 belijdenis. Vanaf dat moment werden ook de vormingsdagen ingesteld voor belijdende leden. Nog steeds maken cliënten daar graag gebruik van.
Belijdenis in de Opstandingskerk
Peter Timmermans deed in 2004 belijdenis in de Opstandingskerk te Ermelo.
Bidden voor het eten (jaren 90)
Rooms-Katholieke gebruiken
De eerste communie
In 1910 in Boldershof was de eerste groep cliënten zover dat ze eerste communie mochten doen. Ouders waren mateloos trots. Want wie had gedacht dat hun kind godsdienstlessen zou volgen en communie mocht doen? Na deze groep kinderen volgden er nog vele. Voor de zusters was het een toppunt van pedagogisch succes als de kinderen door de rector waardig bevonden werden om communie te doen. Vanaf midden jaren 80 werd op het katholieke Boldershof meer aandacht besteed aan de algemeen christelijke levensvisie. Tegenwoordig worden zondags vieringen gehouden in multifunctionele ruimtes.
Godsdienstige geest
Midden jaren 30 werd veel tijd besteed aan godsdienst. Vier keer per week kregen de kinderen godsdienstles. Iedere ochtend om kwart voor zeven was er een Heilige Mis en driemaal per week een Lof waarbij het gezamenlijke rozenhoedje werd gebeden. Naast de gewone missen liepen cliënten en medewerkers de Heilige Sacramentsprocessie ieder jaar met veel plechtigheid door de tuinen van Boldershof. Vanaf de jaren 60 bezochten bewoners van Boldershof ook bedevaartsplaatsen zoals Lourdes en Banneux en Kevelaer.
Een diadeem in Bertha's haar
Bertha Wethley vertelt: "Toen ik 4 jaar was, hebben zusters mij in een biezen mandje bij een kloosterpoort in Venlo gevonden. Er zat een wollen deken om me heen. Het was winter. Toen had ik heel lang haar en twee lange vlechten." "Ik heb de Eerste Heilige Communie op Boldershof gedaan. Ik had een witte jurk tot over mijn knie. En een diadeem in het haar. Eerst de haren gewassen en nat ingevlochten. Daarna zaten er allemaal golven in. Pater Eijckeler deed de mis. Dat vond ik een lieve pater. We kregen godsdienstles van hem. Vroeger gingen we ook wel biechten."
Gouden Kazuifel
In 1957 bestond Boldershof 50 jaar. Ouders en parochie wilden de zusters een cadeau geven. Er kwamen allerlei suggesties, zoals een vakantie voor de zusters. Een ouder schrijft: 'Ik zou het liefst de Zusters een week extra vacantie gunnen. Naar mijn idee is het hoogtepunt van hun kloosterleven een reis naar het moederhuis in Frankrijk. Als zij hier nou nog eens extra naar toe zouden kunnen gaan! Ik zou graag een week mijn dochtertje met nog enkele meisjes thuis hebben of zelf een week op Boldershof werken om dit mogelijk te maken.' Dit idee haalde het niet. Ouders en parochie gaven de zusters als cadeau een kostbaar kazuifel. Het kazuifel is gemaakt door atelier Stadelmaier uit Nijmegen.
Vieringen
Eind jaren zestig werd er iedere week op zaterdagavond en zondagmorgen in Druten een aangepaste eucharistieviering gehouden. Bewoners konden hieraan een bijdrage leveren. Later werd meer aandacht besteed aan de algemeen christelijke levensvisie. Dat moest gelovigen weer dichter bij elkaar en bij de kerk brengen. De kapel van Boldershof is niet meer in gebruik. Zondags worden vieringen gehouden in multifunctionele ruimtes. Nog steeds zijn er bijbelclubs, praatgroepen en zangkoren die in de eigen diensten zingen.
Het religieuze gevoel van Rika
Rika Sars was diep religieus. Heiligheid en processies vond ze prachtig. Rika had iets bijzonders met Maria. Ze zong graag Marialiedjes. Ze ging op bedevaart naar Wittem, Kevelaer en Lourdes. Iedere week ging ze eerst naar de katholieke kerk in Druten, daarna ging ze naar het protestante kerkje om koffie te drinken. Ook bezocht ze elke uitvaartmis en bruiloftsmis. Op bedevaart nam Rika alles in lagen mee: plastic zakjes in zakjes in zakjes. Helemaal onderin zat dan een portemonnee met daarin weer een portemonnee, tot wel negen portemonnees. In iedere portemonnee zat geld. Zo had ze ooit zo'n duizend gulden bij zich.
Feestelijke katholieke jubileumdienst (2007)
Kerken, kapel en multifunctionele ruimtes
Op de eerste instellingsterreinen werden kerken gebouwd. In de instellingen uit de jaren zestig en zeventig kwamen veelal multifunctionele ruimtes. Tegenwoordig zijn ook de oude kerken in gebruik als multifunctionele ruimte. En zelfs dat is niet meer per definitie de plek voor zingeving en religie. Joke MacLean, geestelijk verzorger: "Mijn gewijde ruimte is overal: het bos, het bankje bij de beek, de boerderij, fietsend langs de Berkel. Overal waar we ons kunnen richten op de stilte en de ontmoeting."
Opstandingskerk Ermelo
In Ermelo staat de karakteristieke Gereformeerde Opstandingskerk uit 1921. In de jaren 30 werden de zijbalkons toegevoegd. Een van de gebrandschilderde ramen is aangeboden door de Willem van den Berghstichting als dank voor de opvang tijdens de WOII. In 1975 is de kerk grondig verbouwd. Bij het 100-jarig bestaan van 's Heeren Loo-Lozenoord in 1991 schonk de oudervereniging een glasplastiek. In 2011 kwamen daar twee kunstwerken bij van medewerkers van het kunstatelier Leonardo Da Vinci in Ermelo. Historisch: een zilveren avondmaalstel, zilveren kandelaars voor de Adventstijd, doopvont en een oude bijbel.
Boldershofkapel Druten
De kapel is begin 1900 gebouwd onder architectuur van Eduard Cuypers, neef van architect Pierre Cuypers (o.m. Rijksmuseum en Centraal Station Amsterdam). Tot midden jaren 80 was de kapel in gebruik als Godshuis. Begin jaren 70 veranderde het interieur compleet. De muurschilderingen verdwenen onder een witte verflaag, de kerkbanken maakten plaats voor stoelen en de pastoor stond voortaan oog in oog met de kerkbezoekers in plaats van met de rug naar hen toe voor het altaar. Midden jaren 80 kwam de kapel in particuliere handen. Tussen 2009 en 2011 is kapel in oude luister hersteld. De muurschilderingen van Cuypers zijn naar voren gehaald.
Westerkerk Monster
De eerste diensten in Monster vonden plaats in een gymzaal. Al snel werd de gymzaal een kerkzaal. De protestantse Westlandse kerken schonken een klokkenstoel. En de Grote Kerk in Monster schonk een Kanselbijbel. Er is een orgelfront, altaarbekleding en aan de muur hangen gedenkplaten. Op de platen zijn alle namen gegraveerd van de bewoners die op het Westerhonk zijn overleden. Elke zondagmiddag luidt om twee uur de klok voor de kerkdienst. In 2011 hebben twee cliënten elkaar op hun eigen manier trouw beloofd op een knielbank, met een zegenbede. Een hoogtepunt in de Monsterse kerkgeschiedenis. De kerkzaal wordt multifunctioneel gebruikt.
Multiculturaliteit
Iedereen is welkom bij 's Heeren Loo, ongeacht religie of levensovertuiging. Toch is het medewerker- en cliëntenbestand niet overal een afspiegeling van de maatschappij. Op diverse plaatsen start 's Heeren Loo daarom interculturele zorgprojecten. In deze projecten houdt ’s Heeren Loo rekening met andere gebruiken, zoals de zorgbehoefte, eetgewoonten en vieringen. Maar misschien wel het belangrijkste kenmerk van al deze projecten is dat de opvang niet draait om het individu, maar om het familiesysteem rond het individu. Eigenlijk net als bij traditionele christelijke Nederlandse families.
In Ede en Deventer
Allochtonenproject Ede In de gemeente Ede wonen veel mensen met een andere culturele achtergrond. De deuren van 's Heeren Loo staan voor deze mensen wijd open. Toch zie je dat niet terug in het cliënten- en medewerkersbestand. In de praktijk blijkt dat het veel tijd kost om mensen met andere culturele achtergronden te ontmoeten. Ze willen zeker weten dat ze begrepen worden. Pas dan kan er sprake zijn van tweerichtingsverkeer. Saïd Alouati, is projectleider van het allochtenproject in Ede. Hij wordt gevraagd om advies en hij zoekt zelf contact met ouders van cliënten met een andere culturele achtergrond.
Turkse gemeenschap in Deventer In Deventer is een grote Turkse gemeenschap. In 2009 startte 's Heeren Loo er met zorg. Medewerker Soner Demirhan vroeg zich af of de Turkse gemeenschap binnen Deventer voldoende op de hoogte was van de dienstverlening aan mensen met een verstandelijke beperking. En of mensen wisten waar ze terecht kunnen met hun zorgbehoefte en hun vragen. Door het project interculturele zorg kwam 's Heeren Loo in contact met mensen die behoefte hadden aan zorg, maar die hun vertrouwen in de zorgverlening waren kwijtgeraakt. De belangrijkste reden daarvoor: miscommunicatie tussen cliënt en hulpverlener.
In Almere en op Urk
's Heeren Loo heeft zes islamitische vrouwen uit vier verschillende landen gevraagd om samen een droom onder woorden te brengen: hoe ziet een huis voor kinderen met een verstandelijke beperking eruit? De vrouwen wisten één ding zeker: het moest een plek zijn waarin de kwaliteit van zorg gewaarborgd was, maar waar ook rekening werd gehouden met culturele achtergrond. Hun droomhuis was geen islamitisch huis, maar een huis met een islamitisch karakter waar iedereen welkom is. In 2012 opende het Droomhuis Almere de deuren voor cliënten.
Diversiteit is alles waarin mensen van elkaar verschillen: cultuur, afkomst, man-vrouw, geaardheid, leeftijd etc. ook Urk is hierin een mooi voorbeeld. Urk is van origine een eiland. Vandaar dat je zegt: 'op Urk'. Het verleden is van grote invloed op denken en werken. Op Urk is van belang dat je de 'taal' spreekt. Dat gebeurt in de ouderinitiatieven van waaruit met 's Heeren Loo woonlocaties als De Parelhof, Het 8-terdek, de Kotter en Het Ruim en dagbestedingcentrum Het Drukpunt zijn ontstaan. Naast arbeidsmatige werkzaamheden worden in het naaiatelier diverse materialen in traditionele kleuren gemaakt en verkocht. Een andere groep werkt in het groen, samen met Staatsbosbeheer, en onderhoudt een natuurgebied.
Vrijwilligersproject in Monster
Vrijwilligerswerk West biedt stageplaatsen aan inburgeraars. Inburgeraars moeten in Nederland een stage lopen van minimaal zes maanden, vier uur per week. Vrijwilligerswerk West werkt samen met een instelling voor meisjes en vrouwen die uit de vrouwenhandel en de prostitutie komen. Opmerkelijk is dat een aantal van hen een zorgdiploma heeft, maar daar nooit iets mee kon doen. In 2011 is Vrijwilligerswerk West genomineerd voor de Haagse Hulde (gemeente Den Haag). En van de Vereniging Nederlandse Organisaties Vrijwilligerswerk ontvingen ze de landelijke kwaliteitsonderscheiding Vrijwillige inzet: GOED GEREGELD.
Het Karmijn in Den Haag
In Den Haag was behoefte aan een cultuurspecifieke woonomgeving voor mensen met een verstandelijke beperking en een Surinaams-Hindoestaanse achtergrond. Dat heeft in 2008 geleid tot de opening van Het Karmijn in de Schilderswijk. Het Karmijn is een multicultureel woon-, zorg- en welzijnsproject. De inrichting en vormgeving van het pand is in nauwe samenspraak met bewoners, familie en de Hindoestaanse gemeenschap tot stand gekomen. Ook in de aangeboden diensten houdt men rekening met de culturele, religieuze en etnische achtergrond van de cliënten. Binnen Karmijn werken mensen uit zeven verschillende culturen.